De meest gebruikte reguliere behandelingen voor mensen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis zijn:

-Psycho educatie
-De transactionele analyse
-Intensive Short Term Dynamic Psychotherapy (ISTDP)
-Psychodynamisch psychotherapie
-Schematherapie (ST)
-Dialectische gedragstherapie
-Medicatie

Bron: (PsyQ, sd)

 

Psycho educatie

Psycho-educatie is bedoeld om voorlichting te geven over de ziekte/aandoening die de cliënt heeft. Psycho-educatie is ook bedoeld voor de omgeving, zoals ouders/verzorgers/leraren, om meer begrip te krijgen. De drie belangrijkste pijlers in de psycho-educatie zijn: kennis, vaardigheden en handelen. Psycho-educatie wordt zowel individueel als in groepsverband gehouden.

Bron: (Individuele psychotherapie, sd)

 

De transactionele analyse

De tranasactionele analyse is een analyse van transacties. Met een transactie wordt de uitwisseling van contact tussen mensen bedoeld. De therapie legt de nadruk op de persoonlijkheid van mensen, het gedrag, communicatie en verandering. Deze therapie is een psychotherapeutische behandeling. Deze therapie richt zich vooral op persoonlijke groei en verandering en heeft drie uitgangspunten:

-Mensen kunnen meer dan dat ze denken
-Iedereen is van waarde
-Het verleden speelt (onbewust) een rol in gedrag

De therapie helpt je om effectiever te kunnen communiceren met mensen. Gedrag wat een persoon al heel lang vertoont gaat niet in één keer weg. De therapeut confronteert steeds met het oude gedrag en houdt de persoon een spiegel voor. Langzaam, in kleine stapjes wordt nieuw gedrag aangeleerd. Veel mensen vallen nog vaak terug in hun oude gedrag als het moeilijk wordt. De therapeut houdt dan weer een spiegel voor.

Bron: (Star Counseling, sd)  (De Viersprong, sd)

 

 

 

 

 

Intensive Short Term Dynamic Psychotherapy

De grondlegger van deze therapie is Prof. Dr. H. Davanloo. Het is een structurele therapie met verschillende psychoanalytische methoden en technieken. Tijdens de therapie is de samenwerking tussen de cliënt en de therapeut gelijkwaardig en actief. De cliënt is altijd de deskundige over zichzelf en de therapeut is de deskundige over de methoden en technieken. In deze therapie wordt er veel naar concrete situaties gekeken. De therapeut probeert gedachten en gevoelens die verborgen zijn naar boven te halen en het de cliënt te laten ervaren. Vaak wordt er ook een verband gelegd tussen het verleden en het heden. Dit kan erg confronterend zijn voor de cliënt.

Bron: (NVPP, sd)

 

Psychodynamisch psychotherapie

In deze therapie wordt de cliënt gestimuleerd om patronen in gedrag die zich steeds herhalen te gaan herkennen. Wanneer er meer duidelijkheid is over de achtergrond en de betekenis van de klachten is een stap naar verandering mogelijk. Deze therapie wordt zowel individueel gegeven als in groepsverband. Het doel van deze therapie is om het gedrag meer in evenwicht te krijgen waardoor er weer ontwikkeling mogelijk is. Deze therapie wordt zowel aan kinderen als aan (jong)volwassenen gegeven. Bij kinderen en jongeren gaat deze therapie bijna altijd samen met ouderbegeleiding.

Bron (Npi Specialist, sd)

 

Schematherapie (ST)

Schematherapie is een vorm van psychotherapie. De therapie onderzoekt de oorsprong van gedragspatronen, doorgrond en veranderd. Daarnaast onderzoekt deze therapie de invloed van jeugdervaringen op gedragspatronen in het dagelijks leven. Schematherapie leert de persoon gedragspatronen te veranderen. Hierdoor gaat de persoon zich beter voelen, gaat beter voor zichzelf zorgen en kan beter voor zichzelf opkomen. De persoon leert voelen wat zijn of haar behoefte is en leert hier om voor zichzelf op te komen op een gezonde manier. Deze therapie veranderd gedrag, gedachten en gevoelens.

Bron: (Schematherapie , sd)

 

 

 

Dialectische gedragstherapie

De therapie richt zich op mensen met ernstige persoonlijkheidsproblematiek met onder andere automutilatie en suïcidaal gedrag.

Het doel van deze therapie is dat de cliënt zijn eigen gedachten, gevoelens en gedrag leert managen en hier op een effectieve manier op kan reageren. De therapie richt zich op problemen zoals, relationele problemen, gedrags- en impulscontrole en instabiele identiteit. De therapie bestaat uit twee onderdelen. De twee onderdelen zijn: individuele psychotherapie en psychosociale vaardigheden in groepstraining. In de groepstraining wordt gewerkt aan 4 vaardigheden. Deze vaardigheden zijn: kernoplettendheid (waarnemen van zichzelf), intermenselijke effectiviteit (interpersoonlijk functioneren), emotieregulatie en omgaan met crisis.

 

Kernoplettendheid

Kernoplettendheid is de vertaling van mind-fullnes en de visie is afkomstig uit zen boeddhisme. De vaardigheid houd in dat je je richt op activiteit, eigenbeleving en lichamelijke sensaties zonder dat je er een oordeel over vormt.

 

Intermenselijke effectiviteit

bij deze training leert de cliënt om te vragen wat hij nodig heeft, leert nee te kunnen zeggen en leert omgaan met conflicten tussen mensen.

 

Emotie regulatie

De cliënt leert de emoties te herkennen en leert wat de betekenis van een emotie is. Het doel is om goed te leren omgaan met emoties.

 

Verdragen van crisis

De cliënt leert een crisis te verdragen door gebruik te maken van afleiding zoeken, concentratie richten en ontspanning. Ook kan er gebruik gemaakt worden van een crisissignaleringsplan.

 

Het betreft een procesgerichte therapie waarbij de therapeut alleen coach is voor de cliënt en niet voor zijn omgeving.

(CCGT, sd)